Ketensamenwerking remt innovatie

Aanstaande woensdag wordt over deze stelling gediscussieerd op het corporatieplein van de Provada. Aangezien ik die stelling zou verdedigen maar tegelijkertijd ook ben geconfisqueerd door Portaal in de Nia Nesto jury wil ik die discussie hier maar vast aanzwengelen.

Allereerst even het uitganspunt want ik heb natuurlijk niks tegen het beginsel ketensamenwerking. Wel de manier waarop het door veel partijen wordt vorm gegeven.

De uitgave ‘juridische handvatten voor ketensamenwerking‘ van Aedes en Bouwend Nederland is in beginsel nuttig. De manier waarop ketensamenwerking wordt beschreven is echter wel kenmerkend voor de benadering die veel voorkomt en mij tegenstaat. Het begrip namelijk ketensamenwerking wordt uitgelegd als een feestje tussen de opdrachtgever en de aannemer die gezamenlijk proberen het proces zoals we dat de afgelopen 100 jaar hebben vorm gegeven te optimaliseren. Het hele concept is beschreven in dezelfde 20e  eeuwse taal met gebruikmaking van dezelfde 20e eeuwse principes. 

Daardoor kunnen we hoogstens de inefficiëntie (faalfactoren) elimineren. Technologisch veranderd er niets. Het stapelen van producten en bouwcomponenten blijft het dominante ontwerpprincipe. Nog steeds draait alles om het specificeren van productiecapaciteit waardoor discussies over het beheersen van geldstromen en risicoadsorptie de boventoon voeren. De hiërarchische en versnipperde bouwketen blijft in stand….alleen de aannemer heeft zich verzekerd van een mooie plek in een trein die moeilijk is te stoppen als hij eenmaal rijd. Een positie die ieder bouwbedrijf van nature nastreeft….voor op de bok zonder de verantwoordelijkheid te dragen die daar bij hoort. Wezenlijke technologische innovatie is ver te zoeken terwijl daar een essentiele opgave ligt voor de bouwsector.

Dat moet anders. Ketensamenwerking hoort primair iets te zijn tussen aanbodgerichte coalitiepartners. Co-makers die gezamenlijk hebben nagedacht over een propositie met waardevolle oplossingen voor de opgave van de vastgoedeigenaar en het woonplezier van de bewoner. Alleen coalities die op die manier waarde meebrengen zouden het recht mogen hebben om onderdeel uit te maken van de “keten” corporatie-huurder. De sterke nadruk op projectoverstijgende samenwerking in die laatst genoemde keten wordt zwaar overdreven. Ik hoor de huidige generatie keten-aannemers vaak zeggen dat ze hetzelfde “kunstje” ook best op projectmatige basis kunnen toepassen bij opdrachtgevers die projectoverstijgend ff niet zien zitten…de essentie is immers niets meer dan lean-plannen.

Als laatste moet opgemerkt worden dat samenwerking iets is tussen mensen en niet tussen bedrijven. Projectoverstijgende samenwerkingen tussen partijen met verschillende tijdsperspectieven, belangen en hoge personele roulatiesnelheid zijn daardoor uiterst broos. Het is zinniger om binnen iedere opgave en context te zoeken naar de essentie van de vraag en de meest waardevolle propositie.

Het doel is te komen tot een bouwsector waarvan de output is gefocust op klant- én maatschappelijke waarde, met een beduidend betere prestaties/prijs verhouding, in een snel proces met zo min mogelijk rompslomp en overlast voor klant en samenleving. Een sector met een werkklimaat waar mensen graag bij willen horen en productief willen zijn en waar bedrijven een redelijk rendement kunnen maken.

In stappen zou dat er als volgt uit kunnen zien:

  1. Coalities zijn innovatiegedreven en leveren integrale, duurzame oplossingen en diensten (proposities) voor de eindgebruiker en garanderen de beloofde klantwaarde (prestaties en prijs) over een voor de klant relevante  periode.
  2. De vrager kan uit de proposities kiezen wat zorgt voor concurrentie tussen het aanbod.
  3. Ontwerp, uitvoering en beheer zijn geïntegreerd tot oplossingenrichtingen, herhaalbaar binnen de doelgroep en flexibel voor oplossing specifiek per klant.
  4. Zorg voor duurzame allianties (co-creatie) tussen partijen betrokken bij de oplossingsrichting (gemeente, zorg, wijk, bewoners)
  5. Zet de schijnwerper op dergelijke allianties en op de resultaten die ze behalen. En pak de belemmeringen aan. Bekende hinderpalen zijn: onvoldoende vernieuwend opdrachtgeverschap, onvoldoende praktijkvoorbeelden, financiering, regelgeving etc.

Zo klaar als een klontje….of zie ik wat over het hoofd??

Een Reactie op “Ketensamenwerking remt innovatie

Laat een antwoord achter aan Dirk Zuiderveld Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *