Tagarchief: Systeembouw

De kwaliteitsaanpassing van het bouwsysteem Pronto; minder techniek, meer kwaliteit

Een serie over systeemwoningen -30-

De visie op de gewenste kwaliteitsaanpassing (1)

De huidige portieketagewoningen worden voor een groot deel bewoond door eenpersoonshuishoudens (2). Juist de relatief lage huur maakt deze woningen extra aantrekkelijk voor deze doelgroep, die veelal tot de lagere inkomensgroep behoort (primaire doelgroep), en door de geringe woningbezetting in verhouding minder energie gebruikt (3, 4). Tegelijkertijd zijn de complexen, waar de woning deel vanuit maakt, redelijk groot. Gemiddeld gaat het om een projectgrootte van 175 woningen (5).

Verder lezen

Bouwsysteem Bouwvliet, het einde van een lange ontwikkeling

Een serie over systeemwoningen -28-

Het begin van het einde

In de tweede helft van de jaren zestig van de vorige eeuw was de systeembouw op haar hoogtepunt en tegelijkertijd was het einde zeer nabij. Na 1970 pasten de meeste aannemers bij grotere woningbouwcomplexen gietbouw toe, in combinatie met prefab-elementen. In 1974 begon uiteindelijk geleidelijk de massale sluiting van de woningfabrieken. De systeembouw was als het ware aan het einde van haar geschiedenis.

Verder lezen

Smit, bijna traditioneel

Een serie over systeemwoningen -27-

Binnen de systeembouw bestonden verschillende werkwijzen en technieken. Wat ze allemaal gemeen hadden om officieel onder de noemer ‘systeembouw’ te vallen, was dat ze een zekere mate van reductie in de uitvoering moesten hebben. Was dat er niet, dan kregen ze ook geen keurmerk van Ratiobouw. Het eerste voordeel van een systeem was natuurlijk dat er minder (geschoolde) arbeidsuren op de bouwplaats nodig waren en daarmee gunstiger in de prijs konden zijn. Bovendien waren de mogelijkheden voor opdrachtgevers van officiële systemen grotere, aangezien ze binnen de woningbouw contingenten minder zwaar meetelden (1). Met deze voordelen in het achterhoofd loonde het om te zoeken naar een geschikte oplossing voor de bouwopgave.

Verder lezen

EBA: een gietbouwsysteem in vorm

Een serie over systeemwoningen -26-

De systeembouw laat een ontwikkeling zien vanuit de traditionele baksteen, naar grotere blokken (stapelbouw), via steeds groter wordende elementen (montagebouw) naar de volgende stap, namelijk gietbouw. Eerst worden de bouwdelen steeds groter gemaakt in de fabriek tot uiteindelijk de stap van de fabriek eveneens over wordt geslagen en er op de bouwplaats wordt gefabriceerd. De meeste gietbouwsystemen stammen dan ook uit einde jaren zestig. Het EBA-systeem bestond al langer, maar kent ook een piek eind jaren zestig.

Het EBA-systeem werd vooral in en om Amsterdam gebouwd. Daarnaast zijn ook in de regio Arnhem ongeveer 1500 woningen gebouwd. EBA was al vroeg met gietbouw bezig (vanaf 1958). Medio jaren zestig kwam een variant hiervan op de markt: EBA-II. In principe konden veel verschillende woonvormen gebouwd worden, zowel eengezinswoningen als middelhoog en hoogbouw. Het overgrote deel is echter in de hoogbouw gebouwd. De inzet van kranen voor bekistingsmallen kwam hier het beste tot zijn recht.

Verder lezen

TRAMONTA, een traditioneel montagebouwsysteem

Een serie over systeemwoningen -25-

Het Tramonta-bouwsysteem heeft in de periode 1951-1960 4.845 woningen gerealiseerd (1). De naam geeft aan wat het systeem enigszins inhoudt: traditionele montagebouw. De ontwerper van het systeem is H. Scheffer en in de praktijk hebben diverse architecten met het bouwsysteem ontwerpen gemaakt. De bouwer van het systeem was ‘Tramonta C.V. – Systeembouw’ uit Delft en diverse lokale bouwers.
Het systeem is vooral toegepast in het gebied van Leiden tot Vlaardingen (2).

Verder lezen

B-G een systeem voor kopers

Een serie over systeemwoningen -24-

Als het over systeembouw gaat, dan heeft men vaak grote monotone flatblokken voor ogen of de immer herhalende rijtjes. Deze artikelenserie heeft al laten zien dat dit vooroordeel zeker niet overal opgaat. In dit artikel staat het B-G systeem centraal, een vorm van systeembouw waar men niet als eerste aan denkt. Het betreft een seriematig bouw van bungalows en vrijstaande woningen.

Het B-G systeem heeft juist voor de bouw van bungalows het Ratiobouw keurmerk gekregen en heeft daarmee aangetoond een significante besparing op de bouwplaats te kunnen leveren (55%) (1). Tussen alle hoogbouw, middelhoogbouw en de eengezinswoningen was het B-G systeem daarmee een uitzondering. Zeker aangezien de woningen specifiek voor de koopsector werden gebouwd, waar het bij de overige systemen vooral gemeenten en corporaties waren die de woningnood met gebruik van systemen wilden invullen. Dat het een systeem gericht op de verkoop betreft, verdient enige uitleg.

Verder lezen

Bouwen met zware elementen: PLN-systeem

Een serie over systeemwoningen -23-

De jaren zestig waren de jaren van de grote bouwopgave. De woningnood vroeg om grote aantallen woningen. De jaarproductie nam dan ook toe tot wel 120.000 woningen en zelfs 150.000 woningen, aantallen die we daarna nooit meer gekend hebben (1). In die hoogtijdagen werd 20 tot 25 procent volgens een bouwsysteem gebouwd.

Een nieuwe bouwopgave kan je zelf invullen door een nieuwe bouwmethode te ontwikkelen. Je kunt er ook voor kiezen om gebruik te maken van iets dat al bedacht is. In Europa waren meer landen met een grote woningvraag, die dat met behulp van een bouwsysteem invulden (2). Bekende voorbeelden waren het uit Frankrijk afkomstige Coignet-systeem (3) dat in Nederland door Dura, Neduco en Indeco werd gebruikt en het BMB-systeem dat zijn oorsprong kent in het Verenigd Koninkrijk (4). Een ander wereldwijd verspreid systeem was het Larsen & Nielsen-systeem. In totaal werden voor dit Deense systeem 22 fabrieken gebouwd, onder meer in het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en natuurlijk Denemarken zelf. In Nederland zijn twee fabrieken geplaatst: in Maassluis (Zuid Holland) en in Kootstertille (Friesland).

Verder lezen

BBB-systeemwoningen, een geschiedenis op zichzelf

Een serie over systeemwoningen -22-

Meer eigenheid dan systeem

Het verschijnsel BBB als aanduiding van woningen is nog in verschillende woonbuurten terug te vinden, zoals in de wijken Lievendaal en Tivoli te Eindhoven. In deze wijken spreekt men nu al circa zestig jaar over de BBB-woningen. Het meest kenmerkende voor deze en latere woningen is de toepassing van gemetselde betonblokken in halfsteensverband voor de bouwmuren (1) (2). In de loop van de geschiedenis zijn meerdere generaties BBB-woningen op het toneel verschenen, die tezamen ruim 13.000 woningen hebben gerealiseerd in de periode 1948-1973. Het gemeenschappelijke van alle woningen is de betonnen bouwmuur. Verder is er weinig vernieuwends aan het bouwsysteem te benoemen (3).
Zoals voor veel systemen geldt, zijn ook de woningen van dit systeem moeilijk te traceren. Van slechts 30 procent is bekend wat de locatie is.

Verder lezen

Bakker-systeemwoningen, gebouwd en bijna vergeten

Een serie over systeemwoningen -21-

Ergens in een polder van de Merwede kom je op een dag een rijtje eengezinswoningen tegen uit 1950, die de titel dragen ´Bakkerwoningen´. En opeens gaat er een lichtje branden, want de naam Bakker staat voor een van de vele systeemwoningen, die in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw gebouwd zijn. In totaal zijn ruim 5 duizend woningen, zowel eengezinswoningen als gestapelde woningen, in de loop der jaren gebouwd, waarvan de bouwwijze als stapelbouwmethode aangeduid kan worden (1) (2). Circa 5 procent van de gerealiseerde woningen is qua locatie op dit moment terug te vinden en dan gaat het vooral om de galerij-etagewoningen uit de periode 1965-1968. De resterende woningen liggen verscholen in de meer dan 25 wijken, verspreid over heel Nederland achter dijken én de bebouwde polders.

Verder lezen

Voortdurend streven naar standaardisatie: systeemwoningen, keuzeplannen en concepten

Een serie over systeemwoningen -20-

Terugkeer van het verleden

In de afgelopen zestig jaar is in de woningbouw voortdurend gezocht naar meer eenheid in techniek en uitvoeringsmethode. Qua woningtypen en prestaties is de overheid veelal het structurerend element geweest door de voorschriften, wenken en normen. De woningen uit de opeenvolgende tijdsperioden lijken zowel qua beeld (architectuurtaal/mode), plattegrond (overheid en cultuur) en techniek (overheid en technologie) sterk op elkaar. Ook is altijd het streven geweest door standaardisatie van de techniek en toepassing van maatstructuur een beter kosten-kwaliteitverhouding te realiseren. De gewenste herhaling is in de loop der jaren met verschillende woorden aangeduid: systeemwoningen, keuzeplannen, voorbeeldplannen en nu concepten. In wezen is er niets nieuws onder de zon. En als we niet uitkijken, zijn we met nieuwe woorden terug bij af. Iets dat we anno 2013 niet meer willen en wat deze serie over systeemwoningen moet verduidelijken, is standaardisatie met vergaande versobering in textuur en detail en met verkleining van de woning. Want dat levert op termijn alleen maar extra armoede op.

Verder lezen