Auteursarchief: martinliebregts

Renovatieconcepten, het zoeken naar een passend aanbod

Een concept vertelt het essentiële nieuwe

Wanneer je over concepten voor renovatie spreekt, dan gaat het om de ideeën en de filosofie achter het aanbod, die de dragers zijn voor het vernieuwd aanbod. Dit zal vooral betrekking hebben op het product en de diensten, maar kan ook iets zeggen over het proces en de samenwerking. Uiteindelijk gaat het altijd om het aanbod op de markt. Al de andere zaken zeggen slechts iets over de weg ernaartoe.
Dus of je het nu een concept noemt of nieuw aanbod, het gaat erom wat het de gebruiker oplevert ten aanzien van beeld, comfort en ruimte, in relatie tot de kosten op korte en lange termijn. Het is niet meer en niet minder.

Verder lezen

Energiedak, een gedifferentieerde opgave

Diversiteit

Als we spreken over het dak bij woningen, dan speelt allereerst het onderscheid tussen grondgebonden/eengezinswoningen en gestapelde woningen een rol. De verhouding ligt in Nederland op circa 70 procent grondgebonden en 30 procent gestapeld. Echter, in de sociale huursector liggen de cijfers anders en vormen ze beide circa 50 procent. Vervolgens beschikt 85 à 90 procent van de grondgebonden woningen over een hellend dak.
Vervolgens is het hellend dak niet uniform en varieert sterk qua hellingshoek (circa 35 tot 45 procent) en qua oppervlak, die mede afhankelijk is van de grootte van de woning (1) . Tegelijkertijd is de leeftijd van de woning, en veelal ook die van de dakbedekking, zeer verschillend.
Alles overziend bestaat er dus niet één oplossing voor de aanpak van het dak, in combinatie met energiebesparing en energieopwekking. Het gaat in de praktijk om een zeer gedifferentieerde opgave.

Verder lezen

TESLA, een voorbeeld voor een toekomstvisie

Een recent artikel over de autofabrikant Tesla Motors had als kop ‘Wonderkind van de auto-industrie of zeepbel?’. De beurswaarde van Tesla is gigantisch gestegen tot zo’n 23 miljard euro, terwijl de productie van 23 duizend auto’s per jaar tot nu toe nog steeds met verlies plaatsvindt. Vergelijk General Motors met een beurswaarde van 43 miljard en een jaarproductie van circa 10 miljoen auto’s. En toch geloven de beleggers in de toekomst van de elektrische auto. Recent werd bekend dat Tesla samen met een partner circa 3,7 miljard gaat investeren om ‘s werelds grootste lithium-ion accufabriek te gaan bouwen. Hiervan is 1,4 miljard opgehaald met plaatsing van leningen. Verder vinden er gesprekken plaats met Apple voor samenwerking. Het meest boeiende is, dat door de topinnovators in de industriële wereld samenwerking wordt gezocht om iets nóg beter te maken.
Waarom deze uitgebreide toelichting op het doen en laten van een autofabrikant? De gebeurtenissen ervan laten zien dat door een heldere toekomstvisie – de elektronische auto – en het communiceren met de markt er nieuwe mogelijkheden ontstaan.

In de bouw zou zoiets ook moeten gebeuren, waarbij nieuwe concepten worden ontwikkeld, bijvoorbeeld ‘het energiedak’ of ‘de comfortgevel’, die de bewoners een keuze geven en ze werkelijk een rol laten spelen in de weg naar een duurzame samenleving. Niet alleen de elektrische auto – gericht op de gebruiker en comfort – haalt dan de komende jaren de voorpagina, maar ook de ontwikkeling en het aanbod van nieuwe componenten in de bouw. Misschien is er het komende jaar wel een brede, financiële belangstelling voor merken als ‘Alliantie+’, die bouwdelen integreren tot een samenhangend aanbod, om dit te ontwikkelen en te produceren. En is rond 2020 de bouwwereld al structureel opgeschoven tot een aanbod dat past bij de eenentwintigste eeuw.

Alles begint op elkaar te lijken, maar wat is de meerwaarde?

‘De Seat was het goedkope broertje van Volkswagen, maar de twee lijken steeds meer op elkaar’, stelt Bas van Putten in de NRC van zaterdag 1 februari 2014 (1). De week ervoor had ook al een artikel van zijn hand in de NRC gestaan met dezelfde teneur: ‘De Mazda 3 is de zoveelste Golf’ (2). In dit artikel worden kanttekeningen geplaatst bij de duurdere auto’s en de betekenis van de meerwaarde voor de gebruiker. Het onderstaande citaat onderstreept de gedachtegang:
‘Niets ten nadele van Golfjes en soortgenoten, maar hun meerwaarde is nul voor de niet-autofiel die geen nood heeft aan een ‘lekker potje sturen’. Hij heeft geen hinder van de kennis dat de Golf strakker rijdt, stiller loopt en beter is afgewerkt dan zijn aanstaande Roemeen of Upje. Hij is de man die met een eersteklaskaartje in de tweedeklascoupé gaan zitten en niks merkt. Hij lijdt aan tevredenheid.’

De Mazda 3 – gefotografeerd bij Mazda RC in Velserbroek (NRC handelsblad) Foto Lars van den Brink

Verder lezen

Futura, het perspectief voor morgen

Op zoek naar de opgave voor de toekomstbestendige woning

Het ontwikkelen van de woning van morgen vereist een nieuwe benadering, waarbij niet de techniek van gisteren en vandaag de leidraad vormen, maar de voortdurend veranderende vraag.

Licht, lucht en ruimte
Zonder dat er uitgebreid getekend wordt, is het van belang het concept in essentie vast te leggen. In dit geval gaat het om vijf basis principes:

  • Daglicht overal in de woning maakt de beleving van de seizoenen optimaal en zorgt ervoor dat er niet onnodig energie gebruikt wordt.
  • Ruimtelijke samenhang in de woning, ook tussen de verdiepingen. Een woning is één ruimtelijk geheel, waarvan de onderdelen zich soms tijdelijk af kunnen sluiten vanwege (specifiek) gebruik.
  • De toegankelijkheid van de hele woning. Jaren wordt er gesproken over levensloopbestendig of levensloopgeschikte woning. Dit geldt ook voor wonen over twee lagen. Bijvoorbeeld door de toepassing van een steektrap of plaatsingsmogelijkheden van een lift.
  • Meerdere indelingsmogelijkheden van de woning, met in het bijzonder het woongedeelte.
  • Transparantie van de woning, door gebruik van bovenlichten tezamen met de grootte van de vertrekken, vormen ze de ruimtelijke kwaliteit van de woning en de basis voor een toekomstbestendige woning.

Verder lezen

VERGOOGLEN VAN DE WONINGVOORRAAD

Elke woning wordt tijdens haar levensduur wel drie à vier keer in tekeningen vastgelegd. Dit betekent dat we met elkaar veel tijd besteden om de bestaande situatie qua opbouw en constructie vast te leggen. Op zich is dit nog niet zo vreemd, als het om unieke woningen en unieke aanpassingen gaat. Maar dat is niet zo. De overeenkomsten met andere woningen uit dezelfde periode is vaak zeer groot wat betreft plattegrond, constructie en toegepaste materialen. Bekijken we een woningcomplex, dan is het gemiddeld aantal woningen tot circa 1990 150 woningen en kan variëren tussen de 50 en 500. Dus (bijna) identieke woningen. Maar de verzameling is groter omdat zeker van een bepaald ontwikkeld woningtype er over verschillende locaties meerdere projecten gerealiseerd zijn (herhalingsproject of ladenplan’). De omvang van de zich herhalende bijna identieke woning was het grootste bij de systeembouw uit de periode 1945-1975.

Verder lezen

De instap, kwaliteitsaanpassing binnen handbereik

Auteurs: Martin Liebregts en Yuri van Bergen

De INSTAP verwijst naar in de markt stappen, gaan handelen, geloof hechten aan het verhaal. Dit woord is bewust gekozen na de bijeenkomst van de OPSTAP op 11 november 2013, waar alle betrokkenen bij de Allianties van componentontwikkeling aanwezig waren (1). Op allerlei fronten beweegt het in Nederland als het om de aanpak van de bestaande (woning-)voorraad gaat. We opereren als het ware met z’n allen in hetzelfde tijdsgewricht van toenemende behoefte aan keuzemogelijkheden, noodzaak van aandacht voor milieu en betaalbaarheid en een toenemend belang van het onderhoud (vervangbaarheid). De huidige crisis biedt ruimte om deze vragen eindelijk boven aan de agenda te zetten. De instap heeft tot doel de verschillende oplossingen voor de componenten, met de erbij behorende Allianties, te integreren met elkaar en te koppelen aan de bestaande woningtypen. Uiteindelijk met het doel voor de gebruiker aanbod te leveren, die hij/zij kan kiezen en zo binnen handbereik komt.

Verder lezen

De droom als motor van vernieuwing

Er moet een droom zijn om tot iets nieuws te komen. Een droom houdt in dat je inschatting maakt van het tijdsgewricht en daar een nieuwe invulling aangeeft. Je had alle bewoners van Nederland kunnen enquêteren, maar dat had geen programma voor de GSM, de touchscreen of iets anders opgeleverd. Het gaat niet om koplopers of mensen die een voorsprong hebben, maar om mensen die ergens in geloven. Als maatschappij moet je daar zuinig op zijn, omdat ze in staat zijn de Olympische Limiet te doorbreken. Ja maar, bestaat hierbij niet. En natuurlijk kan iets mislukken, maar dat is een onderdeel van het spel.

Verder lezen

Het denken in componenten wordt gemeengoed

Vijftig jaar praten over componenten als sleutel voor de aanpassing.

Componenten als gemeengoed

Het bericht dat Motorola de modulaire smartphone gaat ontwikkelen naar Nederlands idee (1), die uit componenten bestaat, roept herinneringen in de tijd op. In de bouw wordt al meer dan een halve eeuw gesproken over een modulaire benadering (2). Bij de opkomst van de renovatie in de jaren zeventig kwamen de eerste gedachten naar voren over componenten. Vooral ontwerpers stoeiden destijds met de gedachte van het gebruik van componenten (3).

Verder lezen

De industrialisatie van de woningmarkt, nog een stap te ver

Gebrek aan continuïteit, gevolg kenniskrimp

In de afgelopen veertig jaar is er een voortdurende wisseling geweest in belangstelling voor kwaliteitsaanpassing van de bestaande woningvoorraad. Vooral de grote bouwbedrijven zijn afwezig geweest op dit toneel. In alle eerdere perioden is er sprake geweest van middelgrote/kleine bouwbedrijven, die hun sporen verdiend hebben in deze praktijk. Door de huidige crisis in de bouw wordt dit eindelijk ook door de andere bedrijven gezien als potentiële omzet. Maar dat wil niet zeggen dat dit specialisme zomaar eigen gemaakt kan worden. Kennis over de bestaande bouw geldt voor alle betrokkenen als de basis. Alleen veel onderzoek en ontwikkeling in de loop van vele jaren kunnen een bijdrage leveren aan de innovatie van deze praktijk.
De huidige situatie leidt er nog steeds onder dat er de afgelopen decennia eerder van kenniskrimp dan van kennisontwikkeling sprake is geweest. Alleen de logistiek van de uitvoering is mede door de crisis geoptimaliseerd (LEAN gemaakt).

Verder lezen