Tagarchief: Woonbedrijf

DE SERIE VAN ÉÉN, de klant/ bewoner centraal

Door: Yuri van Bergen

Lange tijd heeft de kwaliteitsaanpassing van de bestaande woningvoorraad veel geleken op een Oost-Europese planeconomie. Een complex was ‘x’ jaar oud en volgens de boekhoudkundige planning moest er iets gebeuren. Dus kwam er een grootonderhouds- of renovatieproject. Los van de (individuele) beheergeschiedenis van de technische noodzaak en van de individuele behoeften van de bewoners, stond er ineens een productieteam bij je op de stoep. En het was nu of nooit!

Stel je komt morgen thuis en je zegt tegen je partner: ‘Ik heb met drie mensen in de straat een afspraak gemaakt en met een aannemer om volgend voorjaar de kozijnen te vervangen en de douche-uitrusting te vernieuwen. Dat scheelt toch mooi 10 procent.’ Terwijl jouw partner volgend voorjaar heel andere plannen heeft (bijvoorbeeld een reis door Europa). Wat denk je dat er dan gebeurt? Duidelijk, dit wordt nooit zo uitgevoerd.

En ingeval van de sociale huurdersector hebben zij allerlei eenzijdige technische argumenten waarom het alleen zo kan. Maar als we morgen met elkaar afspreken dat de eenheid de afzonderlijke woning wordt, zal de praktijk zich hier snel naar gaan voegen, want dat wordt dan de opgave waarop kwaliteitsaanpassing plaats gaat vinden. Een praktijk die bij eigenaar-bewoners altijd al de benadering vormde. En als jezelf eigenaar-bewoner bent, weet je dat met het ritme van een nieuwe eigenaar na twintig à dertig jaar de woning volledig op de schop gaat, zoals we dat in gewoon Nederlands noemen. Alleen het probleem hierbij is vaak dat je als particulier nog steeds zelf moet proberen je kwaliteitsaanpassing kloppend te krijgen. Hier overheerst nog vaak de beun en doe-het-zelfmarkt. Het verbaast niemand dat de verbouwing van een keuken drie maanden duurt. Stel je voor. Je brengt de auto weg voor reparatie en het gaat een maand duren voor de monteur alle spullen verzameld heeft om de reparatie uit te voeren. Je zou de tv ermee halen.

Nu terug naar ‘De serie van één’. Het gaat hierbij om dat de klant bepaalt wat de aard, de omvang en het moment van kwaliteitsaanpassing wordt, tegen een goede kosten-kwaliteitsverhouding.

Deze column is geschreven naar aanleiding van het initiatief rendakaffee. Rendakaffee is een inspirerende omgeving waar de nieuwe generatie vakbroeders kennis kan delen, problemen kunnen aanpakken en ervaringen delen. De komende editie wordt gehouden in Grand Café Usine in Eindhoven ! Meld je aan en doe met ons mee!

In de ketensamenwerking is het minder ‘moeten’ en meer ‘kunnen’

Door: Corry Fontein – De Haan in opdracht van Ballast Nedam

In de periode van 2010 tot 2012 is aan de hand van twee proefprojecten door Woonbedrijf en Ballast Nedam een leertraject ingezet om tot een vernieuwende samenwerking te komen; de ketensamenwerking. Deze vorm van samenwerking biedt de kans om de bewoner met meer plezier te bedienen tegen gunstigere condities. De projecten Echternachlaan en Kruidenbuurt Zuid zijn de eerste werken die volgens de ketensamenwerking zijn uitgevoerd. Deze nieuwe manier van werken, is er een van vallen en opstaan waar we allemaal aan moeten wennen. Maar wel een die zeker tot nieuwe inzichten en mogelijkheden leidt. In het vervolg zal de kreet ´Ja maar´ plaatsmaken voor ´Ja en´. Dit keer zijn we in gesprek met projectleider Jorg van Waas van Woonbedrijf, met Yuri van Bergen van BouwhulpGroep en projectleider Justin Biemans van Ballast Nedam.

Verder lezen

Het succes van MIAR

Door: Yuri van Bergen

Het is goed om in de markt te constateren dat steeds meer partijen op zoek zijn naar nieuwe vormen van samenwerking, waarbij kennis en kunde van alle partijen optimaal worden benut. De MIAR-methode (Methode Innovatiestimulerend Aanbesteden en Realiseren) is er een van.

Als je na de workshop die voor Futura is georganiseerd terugkijkt, dan beantwoordt de methode aan de verwachtingen vanuit de markt. De vijf eisen, die vanuit de opdrachtgeverspraktijk gesteld zijn, betreffen:

  1. Het verbeteren van de prijs-kwaliteitsverhouding door o.a. de stapelkosten te beperken
  2. Het optimaler benutten van de kennis, die aanwezig is in de keten
  3. Meer ruimte scheppen voor het bijzondere in het project door beter gebruik te maken van de projectoverstijgende overeenkomsten
  4. Maximaal benutten van de eigen kennis en kunde als opdrachtgever
  5. De continuïteit van kennis in het proces zo goed mogelijk ruimte geven en zo de basis leggen voor een verbeterde kwaliteitsborging.

Het zijn deze aspecten die vanuit de vraagkant als belangrijk worden beschouwd. Het is nu aan de praktijk om dit verder in te vullen en uit te bouwen.

BouwhulpGroep