Auteursarchief: yurivanbergen

De dilemma’s bij de overgang van moeten naar kunnen

Het derde Orakel van Delphi stond in het teken van ‘ketensamenwerking en energiebesparing’. Drie renovatiepraktijken werden belicht door bouwers die in de vorm van ketensamenwerking aan de gepresenteerde projecten gewerkt hebben.

De dilemma’s, ofwel de moeilijke keuze uit twee mogelijkheden, hebben vooral betrekking op de competentie, ambitie en mogelijkheden en de bijbehorende speelruimte, die gelden voor de participanten in de keten. Want de spelregels over de inbreng die van de ketenpartners verwacht wordt, zijn niet of bijna niet expliciet benoemd. Vooral voor de energetische kwaliteit is het van belang dat de samenwerking uitnodigt om de grenzen van de mogelijkheden te zoeken. Dit geldt in wezen voor de gehele kwaliteit. Niet het verleden moet het richtsnoer zijn, maar de nieuwe mogelijkheden. In die zin mag bij ketensamenwerking meer aandacht besteed worden aan het benutten van de mogelijkheden. Minder praten over labels, meer denken aan de realiseerbaarheid van de stappen op weg naar energieneutraliteit. Dus minder moeten en meer nadruk leggen op het kunnen, en de ontdekking van nieuwe perspectieven.
Het bijzondere is dat zo’n discussie zich automatisch ontwikkelt als gezamenlijk gekeken wordt naar de bestaande praktijk, met oog voor de stip op de horizon.

Het Orakel van Delphi is een initiatief en idee van de BouwhulpGroep en wordt in samenwerking met VNU Exhibitions en het kennisplatform RENDA georganiseerd.

Een keten van energie…

Vandaag vindt voor de derde maal het Orakel van Delphi plaats. Het podium is de Energievakbeurs in ‘s Hertogenbosch. Drie bouwers presenteren hier hun dilemma’s aan een panel van opdrachtgevers rond de thema’s ENERGIE en KETENINTEGRATIE. In de traditie van het Orakel van Delphi van ruim twee duizend jaar geleden, poogt dit orakel zienswijzen boven tafel te brengen, die je normaal gesproken niet ziet. De verfrissende nieuwe kijk van het event moet de praktijk van energie en ketenintegratie nieuw elan geven.

De bouwers Ballast Nedam, Huybregts Relou en VolkerWessels bieden tijdens het orakel –onder leiding van de BouwhulpGroep- een praktijkvoorbeeld aan het panel met de erbij behorende dilemma’s. Welke dilemma’s komen zij tegen in hun dagelijkse praktijk en zien de opdrachtgevers dit ook als een dilemma. Of weten zij wellicht de oplossing. Het spel tussen de deelnemers brengt nieuwe horizonnen in het vizier.

Het panel van wijze personen wordt deze editie gevormd door Nina Viegers, Manager Vastgoed WonenBreburg – Dik Roetert Steenbruggen Adviseur innovatie en duurzaamheid De Woonplaats – Nico van Ginkel Vastgoed ontwikkelaar Portaal en Jan Willem van de Groep Programmaregisseur Energiesprong Platform 31. Vanuit hun kennis en ervaring zullen zij reageren op de dilemma’s.

Verder lezen

Renoveren is meer dan bouwen

Auteurs: Martin Liebregts en Yuri van Bergen

Woonserviceconcept als dienstverlening

Bij groot onderhouds- en renovatieplannen staat het bestek vol met technische gegevens. Er wordt weinig aandacht besteed aan het welbevinden van de bewoner. De handelingen beperken zich tot het minimaliseren van overlast, het gebruik van stofschotten en het beschermen van vloeren. En dan heb je het wel gehad. Terwijl de renovatie bedacht wordt om het woongenot van de bewoner te verbeteren. Over de hele dienstverlening aan de bewoner wordt slechts weinig geregeld tussen opdrachtgever en aanbieder. En juist de specifieke dienstverlening moet de onderscheidende kwaliteit kunnen vormen. Een portie frites wordt anders opgediend bij een cafetaria dan in een restaurant, hoewel de smaak en hoeveelheid identiek kunnen zijn.

Verder lezen

DE SERIE VAN ÉÉN, de klant/ bewoner centraal

Door: Yuri van Bergen

Lange tijd heeft de kwaliteitsaanpassing van de bestaande woningvoorraad veel geleken op een Oost-Europese planeconomie. Een complex was ‘x’ jaar oud en volgens de boekhoudkundige planning moest er iets gebeuren. Dus kwam er een grootonderhouds- of renovatieproject. Los van de (individuele) beheergeschiedenis van de technische noodzaak en van de individuele behoeften van de bewoners, stond er ineens een productieteam bij je op de stoep. En het was nu of nooit!

Stel je komt morgen thuis en je zegt tegen je partner: ‘Ik heb met drie mensen in de straat een afspraak gemaakt en met een aannemer om volgend voorjaar de kozijnen te vervangen en de douche-uitrusting te vernieuwen. Dat scheelt toch mooi 10 procent.’ Terwijl jouw partner volgend voorjaar heel andere plannen heeft (bijvoorbeeld een reis door Europa). Wat denk je dat er dan gebeurt? Duidelijk, dit wordt nooit zo uitgevoerd.

En ingeval van de sociale huurdersector hebben zij allerlei eenzijdige technische argumenten waarom het alleen zo kan. Maar als we morgen met elkaar afspreken dat de eenheid de afzonderlijke woning wordt, zal de praktijk zich hier snel naar gaan voegen, want dat wordt dan de opgave waarop kwaliteitsaanpassing plaats gaat vinden. Een praktijk die bij eigenaar-bewoners altijd al de benadering vormde. En als jezelf eigenaar-bewoner bent, weet je dat met het ritme van een nieuwe eigenaar na twintig à dertig jaar de woning volledig op de schop gaat, zoals we dat in gewoon Nederlands noemen. Alleen het probleem hierbij is vaak dat je als particulier nog steeds zelf moet proberen je kwaliteitsaanpassing kloppend te krijgen. Hier overheerst nog vaak de beun en doe-het-zelfmarkt. Het verbaast niemand dat de verbouwing van een keuken drie maanden duurt. Stel je voor. Je brengt de auto weg voor reparatie en het gaat een maand duren voor de monteur alle spullen verzameld heeft om de reparatie uit te voeren. Je zou de tv ermee halen.

Nu terug naar ‘De serie van één’. Het gaat hierbij om dat de klant bepaalt wat de aard, de omvang en het moment van kwaliteitsaanpassing wordt, tegen een goede kosten-kwaliteitsverhouding.

Deze column is geschreven naar aanleiding van het initiatief rendakaffee. Rendakaffee is een inspirerende omgeving waar de nieuwe generatie vakbroeders kennis kan delen, problemen kunnen aanpakken en ervaringen delen. De komende editie wordt gehouden in Grand Café Usine in Eindhoven ! Meld je aan en doe met ons mee!

Van maatregelen naar prestatie-eisen

Door: Yuri van Bergen en Martin Liebregts

Serie over de praktijk van innovatief aanbesteden – deel 3 –

Noodzaak van vraagspecificatie

Wanneer je naar de markt toe je vraag wilt formuleren, dan is het nodig hiervoor een passende studie uit te voeren. Een zogenaamde programmastudie is hiervoor het geëigende middel om de vraagspecificatie boven tafel te krijgen.
Een programmastudie richt zich op de samenhang tussen de huidige en toekomstige vraag en het aanbod. De integraliteit bestaat eruit dat alle aspecten (kwaliteit, kosten, sociaal) op alle schaalniveaus in hun context beschouwd en geïllustreerd worden via concepten ofwel varianten. Het is een mond vol om te zeggen dat het programma het resultaat is van een ontwerpproces, waarbij alle onderdelen met elkaar in verband worden gebracht om de gewenste kwaliteitsaanpassing te verbeelden. Een programma is geen optelsom van prestaties, maar is vooral een waardering en/of keuze die illustreert waarnaar gezocht wordt. Het is een combinatie van vastomlijnde prestaties en een verhaal over de toekomst. Bijgevoegde figuur laat de puzzelstukjes zien en geeft de stappen aan, die bij een programmastudie gezet worden. Een programmastudie is een zoektocht en een creatieve puzzel, waarbij gebruik gemaakt wordt van alle benodigde disciplines. In wezen is hier bij de kwaliteitsaanpassing van de bestaande (woning)bouw allereerst een conceptontwikkelaar aan het werk, die via inventarisatie en analyse poogt mogelijkheden te verbeelden met de bijbehorende consequenties. Tijdens zo’n creatief proces zoekt de conceptontwikkelaar draagvlak voor het toekomstbeeld bij de betrokken partijen. Voor zover er sprake is van een groepsproces, is dit toch vooral bedoeld om het speelveld in kaart te brengen en de vraagspecificatie vast te leggen en te houden.

Verder lezen

Vraagformulering of vraagspecificatie

Door: Yuri van Bergen en Martin Liebregts

Serie over de praktijk van innovatief aanbesteden – deel 2 –

De huidige aanpak van rijtjeswoningen

Bij de huidige kwaliteitsaanpassing van de rijtjeswoning uit de jaren zestig wordt traditioneel een bestek gemaakt per project, dat vervolgens meervoudig onderhands wordt aanbesteed. Hierbij wordt veelal gebruik gemaakt op onderdelen van standaardbestekonderdelen of oplossingen (bijvoorbeeld keuken, douche, toilet). Maar elke keer wordt het gehele planproces van initiatieffase tot bestek doorlopen. Bij de uit te voeren plannen is in de praktijk een grote overeenkomst te constateren (80%). Slechts een deel van het plan is bij wijze van spreken projectspecifiek.
In het kader van ‘Huidige aanpak jaren zestig rijtjeswoning in de praktijk’ is in drieëntwintig punten de renovatie van een doorzonwoning weergegeven. In het kort komt dit erop neer dat de schil weer voor vijfentwintig à dertig jaar wordt opgeknapt, en dat woning intern: keuken, douche en toilet een opknapbeurt krijgen voor een budget van circa € 40.000,- à € 50.000,- per woning.
De gewenste prestaties, die behoren bij het woningtype en de gewenste levensduur, zijn in hoge mate uniform. Alleen de te huistesten doelgroepen, nu en in de toekomst, geven hier – al of niet op woningniveau – aanvulling op. In het laatste geval gaat het vooral om ruimte (bijvoorbeeld de zolder als leefruimte, grootte badkamer) en comfort.
Op het moment dat de prestaties vertaald worden naar maatregelen, komen de variaties in bestaande technische eigenschappen om de hoek kijken: oorspronkelijk aanwezig of het resultaat van onderhoud in het verleden, zoals kozijnen al vervangen, specifieke dakplaten.klik voor een vergroting

Verder lezen

Op zoek naar plug en play-oplossingen uit de markt

Door: Yuri van Bergen en Martin Liebregts

Serie over de praktijk van innovatief aanbesteden  deel 1 – 

In principe wil je de marktpartijen die dingen laten doen, waarin ze aangetoond hebben dat ze er goed in zijn. Dat is niet aannemen, maar bouwen of verbouwen van woningen in dit geval. En omdat nooit iemand alleen (ver)bouwt en bij bestaande woningen bewoners een centrale plaats innemen, gaat het niet alleen om het product, maar om het proces en de samenwerking. Dus als het om plug en play uit de markt gaat, spelen al deze aspecten eventueel een rol.


Verder lezen

FRESHRENOVATIE 1.0 upcycling biedt portiekflats een hoogwaardiger nieuw leven

Auteurs: Yuri van Bergen en Martin Liebregts

De afgelopen decennia zijn er door de BouwhulpGroep duizenden portiekflats gerenoveerd, verspreid over het land. Op allerlei onderdelen zijn in die periode nieuwe oplossingen bedacht en toegepast. In alle situaties speelden beeldkwaliteit en energiebesparing een essentiële rol. Het is in wezen een vanzelfsprekendheid dat hier aandacht voor is. Maar er is meer nodig om de toekomstwaarde van portiekflats structureel te verbeteren. De ondertitel zegt het al door de introductie van het begrip ‘upcycling’(1).

Op componentniveau zijn dus in de periode 1990-2010 diverse vernieuwingen gerealiseerd (2). De flexibiliteit van de constructie is verruimd (flexibele doorbraak); voor keuken, douche en woninginstallatie zijn geïntegreerde oplossingen bedacht; op allerlei manieren zijn liften bijgeplaatst (intern of extern); diverse vormen van balkonvergroting zijn geïntroduceerd etc.

Maar nog steeds vindt bij de aanpak van de portiekflat in de praktijk een voortdurende heroverweging op projectniveau plaats, omdat een of meerdere passende concepten voor het geheel ontbreken.Voor de BouwhulpGroep is dit aanleiding geweest om een sprong voorwaarts te maken en de portiekflats een nieuw leven te geven met meerwaarde, in de vorm van het concept ‘FRESHRENOVATIE 1.0’. Door upcycling wordt optimaal gebruik gemaakt van het bestaande en het geheel wordt opgeschaald met meerwaarde (3).

Verder lezen

SMARTRENOVATIE 1.0 de introductie van een duurzaam renovatieconcept als motor voor innovatie

Auteurs: Yuri van Bergen en Martin Liebregts

Van E’novatie naar Smartrenovatie

Al tientallen jaren is de BouwhulpGroep actief op het terrein van renovatie, energiebesparing en duurzaamheid. Zo was ze als coördinator nauw betrokken bij het E’novatieprogramma in de periode 1988 tot 1992 en recent als adviseur en architect bij Active House.
Ondertussen zijn op allerlei deelterreinen – zoals ‘De serie van één’, Alliantie Dak+ met Panzer, Alliantie Gevel+ met SMILE – in samenwerking met marktpartijen oplossingen ontwikkeld, die de nieuwe manier van renoveren mogelijk maken, met respect voor de wensen van de huidige bewoner en met oog voor een duurzame toekomst. Het concept heeft de naam gekregen ‘Smartrenovatie 1.0’, omdat dit product zich in de tijd voortdurend zal ontwikkelen en morgen bij wijze van spreken weer aangepast wordt. De publicatie over ‘Smartrenovatie 1.0’ zal plaatsvinden in september 2012. De komende drie maanden zullen benut worden om tot een goede afstemming met de marktpartijen te komen.

Verder lezen

Het succes van MIAR

Door: Yuri van Bergen

Het is goed om in de markt te constateren dat steeds meer partijen op zoek zijn naar nieuwe vormen van samenwerking, waarbij kennis en kunde van alle partijen optimaal worden benut. De MIAR-methode (Methode Innovatiestimulerend Aanbesteden en Realiseren) is er een van.

Als je na de workshop die voor Futura is georganiseerd terugkijkt, dan beantwoordt de methode aan de verwachtingen vanuit de markt. De vijf eisen, die vanuit de opdrachtgeverspraktijk gesteld zijn, betreffen:

  1. Het verbeteren van de prijs-kwaliteitsverhouding door o.a. de stapelkosten te beperken
  2. Het optimaler benutten van de kennis, die aanwezig is in de keten
  3. Meer ruimte scheppen voor het bijzondere in het project door beter gebruik te maken van de projectoverstijgende overeenkomsten
  4. Maximaal benutten van de eigen kennis en kunde als opdrachtgever
  5. De continuïteit van kennis in het proces zo goed mogelijk ruimte geven en zo de basis leggen voor een verbeterde kwaliteitsborging.

Het zijn deze aspecten die vanuit de vraagkant als belangrijk worden beschouwd. Het is nu aan de praktijk om dit verder in te vullen en uit te bouwen.

BouwhulpGroep