Auteursarchief: martinliebregts

Leren van ruim zestig jaar concepten

Een serie over systeemwoningen -29-

De golven in de tijd

Recente aandacht voor systeemwoningen heeft me er weer eens op gewezen dat de woningbouwmarkt gedurende haar hele bestaan voor een deel uit een aanbodgerichte markt heeft bestaan: negentig, zestig, dertig jaar geleden en nu (1). En de aandacht ervoor hangt vaak deels samen met de economische situatie, die zich in de openvolgende perioden voordeden. Tijdens de bloeiperiode van de systeembouw (1950-1975) is circa 20 procent van de gerealiseerde woningen in deze categorie tot stand gekomen. In de periode erna is het even stil geweest, maar begin jaren tachtig van de vorige eeuw komen ‘de concepten’ opnieuw op de markt. En nu, na de uitbraak van de economische crisis en de terugval van de bouwproductie, is de aandacht hier weer sterk op gericht.

Over de vele systeemwoningen is tot nu toe al aardig wat gepubliceerd. Dit geldt ook voor de huidige concepten. Echter van de concepten uit de jaren tachtig van de vorige eeuw is tot nu toe nog weinig melding gemaakt.

Verder lezen

Bouwsysteem Bouwvliet, het einde van een lange ontwikkeling

Een serie over systeemwoningen -28-

Het begin van het einde

In de tweede helft van de jaren zestig van de vorige eeuw was de systeembouw op haar hoogtepunt en tegelijkertijd was het einde zeer nabij. Na 1970 pasten de meeste aannemers bij grotere woningbouwcomplexen gietbouw toe, in combinatie met prefab-elementen. In 1974 begon uiteindelijk geleidelijk de massale sluiting van de woningfabrieken. De systeembouw was als het ware aan het einde van haar geschiedenis.

Verder lezen

Selectie is een kwestie van strategisch kiezen

Nieuwe vormen van selectie

De afgelopen jaren is veel gesproken en geschreven over de innovatie in de bouw. Ook allerlei selectie-/aanbestedingsvormen zijn hierbij aan bod gekomen (1). Maar als je er even bij stilstaat, is het natuurlijk nog steeds een archaïsche bedrijfstak waar alles projectgericht is en er nauwelijks middelen besteed worden aan Research & Development (R&D). Dit staat in schril contrast met de industrie, waar R&D en octrooiaanvragen gangbaar zijn (2).

Verder lezen

TRAMONTA, een traditioneel montagebouwsysteem

Een serie over systeemwoningen -25-

Het Tramonta-bouwsysteem heeft in de periode 1951-1960 4.845 woningen gerealiseerd (1). De naam geeft aan wat het systeem enigszins inhoudt: traditionele montagebouw. De ontwerper van het systeem is H. Scheffer en in de praktijk hebben diverse architecten met het bouwsysteem ontwerpen gemaakt. De bouwer van het systeem was ‘Tramonta C.V. – Systeembouw’ uit Delft en diverse lokale bouwers.
Het systeem is vooral toegepast in het gebied van Leiden tot Vlaardingen (2).

Verder lezen

Iedere huurder zijn eigen corporatie en woonkwaliteit

De vraag die de afgelopen jaren op de agenda staat, is: Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de bewoner/huurder centraal komt te staan? Uiteindelijk zijn alle organisaties en professionals erop gericht om goede, betaalbare en beschikbare woningen aan te bieden, waar het plezierig verblijven is. De sociale huursector is in het leven geroepen om er voor te zorgen dat wonen voor eenieder bereikbaar wordt, zolang men er zelf niet in kan voorzien. Nu, meer dan honderd jaar na de invoering van de Woningwet, staat de invulling van deze taak voor de zoveelste maal op de agenda. De rol van de woningcorporatie is een voortdurend terugkerend thema. Nu verschijnt de regisserende rol op het toneel en wordt er gesproken over de regiecorporatie.

Aanhoudend verschijnt er iets nieuws van boven om de maatschappelijke rol vorm te geven en om nieuwe woorden te bedenken, waarbij de dienstverlening efficiënt en effectief voor de te huisvesten doelgroep omschreven wordt (1). Uiteindelijk draait het om de bewoner en zijn/haar woongenot. Niet meer en niet minder. Laten we daarom stoppen met het bedenken van bovenaf en de sturing van onderop gaan organiseren.

Verder lezen

Renovatie versus vervangende nieuwbouw

Liever nieuwbouw dan renovatie

De bouw heeft altijd een grote voorkeur gehad voor de nieuwbouw en verkoos daarom ook vervangende nieuwbouw boven renovatie. Productietechnisch is het nu eenmaal gemakkelijker te bouwen zonder bewoners, die het alleen maar lastiger maken voor de jongens (van de bouw) onder elkaar. Nu de nieuwbouwmarkt volledig is ingestort, wordt er op twee paarden gewed. De hoop is dat de vervangende nieuwbouw een nieuwe toekomst krijgt en tegelijkertijd wordt er geflirt met de renovatie zonder dat er extra innovatieve inspanningen gedaan worden om tot een aanbod te komen, die zich kenmerkt door een goede kosten-kwaliteitsverhouding. De innovatieve ontwikkelingen in de renovatie komen nog maar langzaam opgang. De weifelende houding is het slechtste wat de bouw kan overkomen. De nieuwbouwmarkt wordt er niet door vergroot en door de achterblijvende productiviteit in de renovatie wordt deze markt ook niet substantieel uitgebreid. In die zin leidt twijfelen tot verlies voor alle partijen: bewoner, opdrachtgever en bouwer.

Verder lezen

Zoeken naar Flexibiliteit

Van alle tijden

Zoeken naar meer flexibiliteit in de woningbouw is de afgelopen honderd jaar een steeds terugkerend thema geweest. Twee invalshoeken bepalen de discussie: de betaalbaarheid of beschikbaarheid van woningen en het bijbehorende efficiënt ruimtegebruik (besparing aantal vierkante meter), of de ruimte voor veranderingen in gebruik. De gedachte kwam bij me op toen ik op de tentoonstelling in het Van Abbemuseum onderstaande tekening van El Lissitzky zag. Op de tekening is een wandmeubel afgebeeld, waarbij de ruimte op eenvoudige wijze op verschillende manieren ingericht kan worden, afhankelijk van het gebruik. Dit idee was eind jaren twintig geboren vanuit de grote woningnood, die er toen in Moskou heerste. Maar ook in Nederland zijn in diezelfde periode allerlei ideeën geboren om de woningen gedurende de dag zo efficiënt en passend mogelijk te maken (zie onder andere Bergpolderflat van Van Tijen).

Verder lezen

Bouwen met zware elementen: PLN-systeem

Een serie over systeemwoningen -23-

De jaren zestig waren de jaren van de grote bouwopgave. De woningnood vroeg om grote aantallen woningen. De jaarproductie nam dan ook toe tot wel 120.000 woningen en zelfs 150.000 woningen, aantallen die we daarna nooit meer gekend hebben (1). In die hoogtijdagen werd 20 tot 25 procent volgens een bouwsysteem gebouwd.

Een nieuwe bouwopgave kan je zelf invullen door een nieuwe bouwmethode te ontwikkelen. Je kunt er ook voor kiezen om gebruik te maken van iets dat al bedacht is. In Europa waren meer landen met een grote woningvraag, die dat met behulp van een bouwsysteem invulden (2). Bekende voorbeelden waren het uit Frankrijk afkomstige Coignet-systeem (3) dat in Nederland door Dura, Neduco en Indeco werd gebruikt en het BMB-systeem dat zijn oorsprong kent in het Verenigd Koninkrijk (4). Een ander wereldwijd verspreid systeem was het Larsen & Nielsen-systeem. In totaal werden voor dit Deense systeem 22 fabrieken gebouwd, onder meer in het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en natuurlijk Denemarken zelf. In Nederland zijn twee fabrieken geplaatst: in Maassluis (Zuid Holland) en in Kootstertille (Friesland).

Verder lezen

Renda presenteert: Onderwijs aan de basis van innovatie

Workshop 1 Bouwbeurs 2013

Door drie Hogescholen is tijdens de Bouwbeurs te Utrecht een boeiend beeld gegeven van het huidige onderwijs op de onderwijsinstellingen ten aanzien van renovatie en transformatie in de bouw. Het laat als totaal zien dat het aanbod over de kennis van de gebouwvoorraad de afgelopen tijd sterk toegenomen is en het renovatie-onderwijs in de steigers staat voor de zich ontwikkelende praktijk. In de komende Renda wordt een overzicht gegeven van de geschiedenis van het renovatie-onderwijs, het huidige aanbod en de gewenste ontwikkelingen.

Dia 1

Verder lezen

BBB-systeemwoningen, een geschiedenis op zichzelf

Een serie over systeemwoningen -22-

Meer eigenheid dan systeem

Het verschijnsel BBB als aanduiding van woningen is nog in verschillende woonbuurten terug te vinden, zoals in de wijken Lievendaal en Tivoli te Eindhoven. In deze wijken spreekt men nu al circa zestig jaar over de BBB-woningen. Het meest kenmerkende voor deze en latere woningen is de toepassing van gemetselde betonblokken in halfsteensverband voor de bouwmuren (1) (2). In de loop van de geschiedenis zijn meerdere generaties BBB-woningen op het toneel verschenen, die tezamen ruim 13.000 woningen hebben gerealiseerd in de periode 1948-1973. Het gemeenschappelijke van alle woningen is de betonnen bouwmuur. Verder is er weinig vernieuwends aan het bouwsysteem te benoemen (3).
Zoals voor veel systemen geldt, zijn ook de woningen van dit systeem moeilijk te traceren. Van slechts 30 procent is bekend wat de locatie is.

Verder lezen