Tagarchief: Conceptueel

van systeemwoning naar concept: een ogenschijnlijke herhaling

door: Martin Liebregts en Yuri van Bergen

Een serie over systeemwoningen -1-

De tijd leert het ons

In de periode 1950-1979 zijn er in Nederland ca. 450 duizend systeemwoningen gebouwd (ongeveer 15 procent van de totale woningproductie van die tijd), die vaak de naam dragen van de oorspronkelijke bouwers (ERA, WILMA, MUWI etc.). Het zijn nog steeds merken die aanduiden wat de specifieke kwaliteit van de woningen is. Het waren niet alleen bouwers die zich verbonden met dergelijke producten. Ook de bekende ‘moderne’ architecten droegen – vooral in de beginfase – hun steentje bij en gaven er hun naam aan. In de tweede fase, vanaf medio jaren zestig, is het steeds meer een ‘aannemersbouw’ geworden. Het uiterlijk kwam enigszins op de achtergrond te liggen. In die periode lag steeds meer het accent op de technische kwaliteit en het te realiseren comfort in grote hoeveelheden, in plaats van op uitstraling en identiteit. De serie van veel domineerde, terwijl we nu op zoek zijn naar de serie van één. Als we nu terugkijken in de tijd, wat kunnen we er dan van leren?

Verder lezen

Actiefhuis morgen gangbaar (2): de Toyota Prius als metafoor

Door: Martin Liebregts en Yuri van Bergen

De afgelopen vijftig jaar hebben zich grote veranderingen voorgedaan in het energiegebruik in de woning. In principe werd er geleefd met de cyclus van de dag en van de seizoenen. In de jaren vijftig gingen de bewoners relatief vroeg naar bed. Veelal als de duisternis intrad. En voor zover er ’s avonds geleefd werd, betrof het veelal één vertrek met verlichting en verwarming. Het aantal elektrische apparaten bestond uit niet meer dan een eenvoudige wasmachine, een stofzuiger, een strijkijzer, een radio en, ingeval van het ontbreken van gas, een elektrisch fornuis. Het elektrisch fornuis werd tijdens het stookseizoen ingeruild voor de plattebuiskachel in de woonkeuken. Het elektraverbruik lag beneden de 500 kWh en de verwarming, uitgedrukt in kWh, bedroeg ook minder dan 2.000 kWh. In totaal ging het om zo’n 2.500 kWh equivalent. Nu, vijftig jaar later, is dit meer dan verdrievoudigd, ondanks allerlei energiebesparende maatregelen.

Verder lezen

Het pamflet dat oproept tot een serie van één

De woningbouw staat voor een gigantische opgave. De huidige voorraad moet de komende decennia aangepast worden aan de eisen van de eenentwintigste eeuw. Over vijftig jaar zal de woningbouw in Nederland voor een groot deel bestaan uit de huidige zeven miljoen woningen in een aangepaste versie.

Een groot probleem op termijn zal de beschikbare arbeidscapaciteit voor de totale woningbouw zijn. De verwachting is dat nieuwbouw de komende twintig jaar op het huidige peil blijft. Een deel (55 procent) is voor uitbreiding en het resterende deel voor vervanging. De toename van onderhoud en renovatie leidt bij de huidige wijze van productspecifiek produceren tot twee essentiële problemen:

  • Een ongunstige kosten-/kwaliteitsverhouding (te duur in relatie tot nieuwbouw);
  • Een te groot beslag op de beschikbare arbeidscapaciteit.

De verhouding loon-materiaal bedraagt bij renovatie 60:40 en is het omgekeerde van nieuwbouw. Gezien de te verwachten groei van de onderhouds- en renovatiemarkt, zal de komende vijftien tot twintig jaar de arbeidscapaciteit op de bouwplaats met 50 procent moeten stijgen of zelfs verdubbelen. Dit is gewoon onmogelijk.

Nieuwe vormen van samenwerking ontstaan en er verschijnen partijen op het toneel met een gericht aanbod om de kwaliteitsaanpassing succesvoller te laten verlopen, in de vorm van projectoverstijgende oplossingen. Om de problematiek te schetsen en visie op de toekomstige ontwikkelingen te geven heeft de BouwhulpGroep hiervoor in samenwerking met de SEV een notitie opgesteld met als titel: ‘PAMFLET: Woningbouw als Hollands-Ontwerp’.

Verder lezen

Het Nieuwe Bouwen

Door Jan Willem van de Groep

Het verslag van een lezing die ik kortgeleden hield over ketensamenwerking (http://tinyurl.com/6y8kd2k) leidde tot enige commotie heb ik gemerkt. Uit het verslag kan gelezen worden dat ik het fenomeen ketensamenwerking zoals dat wordt beproefd bij Com.Wonen  niet innovatief vindt. Dat is echter niet wat ik bedoelde.  Procesverandering in de bouw is bij uitstek innovatief te noemen.
In dit artikel wil ik graag uitleggen wat ik bedoel met het feit dat niet iedere vorm van ketensamenwerking leidt tot innovatie. Ik heb het dan over de innovaties die leiden tot betaalbare, effectieve en comfortabele woon/werk producten. Procesinnovatie is daarvoor een noodzakelijk middel maar zou geen doel op zich moeten zijn.

Disclaimer
Het is geenszins mijn bedoeling om in dit artikel de initiatieven die lopen rondom ketensamenwerking in een negatief daglicht te zetten. Alle initiatieven die worden opgezet rondom dit thema dragen immers bij aan de noodzakelijke mindset verandering in de bouw. Daarvoor hebben we elkaar nodig inclusief de experimenten die nu lopen.  Ik wil er echter wel voor waken dat het fenomeen ketensamenwerking gezien gaat worden als een feestje tussen opdrachtgever en bouwkundig aannemer….daar ligt nou wel de nadruk op in de publicaties die verschijnen vanuit de initiatieven bij Com.Wonen, Ymere en Woonwaard. Op zichzelf niet mis mee, maar we gaan tekort door de bocht als we veronderstellen dat daarmee alle kansen die “ketensamenwerking” voor de sector te bieden heeft, goed voor het voetlicht komen.
Dit artikel is bedoeld als aanzet tot verdere discussie. Een discussie die wat mij betreft nieuwe vormen van ketensamenwerking uitlokt die gaan behoren tot het repertoire van de vernieuwers in de bouwsector.

Verder lezen

documenteren voor innoveren…

…Na het jarenlang bedenken van woningplattegronden voor eengezinswoningen blijkt de doorzonwoning de optimale indeling te zijn bij een minimale maat. Er wordt vaak geëxperimenteerd met andere indelingen, maar dat blijkt alleen maar mogelijk te zijn bij grotere woningen. Gemiddeld ligt de grootte van de begane grond bij sociale huurwoningen nu rond de 50 m2. We kunnen dus nog even vooruit met de doorzonplattegrond. Misschien kunnen we onze energie dan beter steken in technische innovaties bij de doorzonwoning…

BouwhulpGroep 2009

Om te innoveren zullen we eerst goed moeten documenteren. Naar de doorzonwoning is de afgelopen jaren veel studie gedaan. Een marktsegment (circa 2,4 miljoen woningen) waarvan de vraag in kaart is gebracht. Maar nog geen project overstijgende aanbod voor is ontwikkeld!
Om het gehele artikel te lezen (“de toekomst van de doorzonwoning bewezen kwaliteit” door Sandra Arts) klik hier …….

de horizon van 2050: een programma van innovatie in de bestaande bouw

Auteurs: Martin Liebregts en Yuri van Bergen

De markt in beweging

Nu de bestaande woningvoorraad eindelijk een plaats op de agenda van opdrachtgevers en bouwers krijgt, wordt het voor de totale industrie ook van belang een geschikt aanbod te leveren, dat past bij de specifieke vraag van deze markt. Tot nu toe is uitgebreid aan bod gekomen wat de relatie tussen levensduurverwachting en de gewenste kwaliteit is.

Verder lezen

renovatie vraagt om differentiatie in kennisaanbod

door Martin Liebregts

Iedereen kan verstand hebben van het aanpassen van bestaande gebouwen en woningen. Zo wordt er breed maatschappelijk gedacht, omdat iedereen woont en op een of andere manier ervaringsdeskundige is. Deze gedachte vormt het grootste gevaar voor een succesvolle aanpak van de kwaliteitsaanpassing van de bestaande woningvoorraad. Onwetendheid of onbekendheid levert in het dagelijkse leven een groot risico op, omdat je niet weet waar de problemen zich bevinden. Nu renovatie bijna twintig jaar in sluimerstand heeft geleefd en er beperkte ervaring in de praktijk is opgedaan, is het van belang kennis, onderwijs en onderzoek een nieuwe stevige basis te geven. Rond 2000 zijn op dit kennisgebied bijna alle renovatieschepen verbrand. De colleges op universiteiten, hoge scholen en academies rond dit thema zijn toen uit het onderwijscurriculum verdwenen. Tegelijkertijd is het enige vaktijdschrift ‘Renovatie & Onderhoud’ opgehouden te bestaan. Het was alsof de praktijk stopte, terwijl het aanbod alleen maar groeide. En nu weer tien jaar verder na de financiële crisis en de verdere verandering van de woningvoorraad neemt de belangstelling exponentieel toe. Het is alsof iedereen van vakantie terug is en zich weer wil bezig houden met wat hem of haar dagelijks omringt.
Eind 2006 is het nieuwe vakblad ‘Renovatie’ ten doop gehouden (1). Nu, enkele jaren verder met een crisis als intermezzo, speelt de vraag waar de kennisbehoefte nu ligt ten aanzien van het renovatievak. Met de Grote-Renovatie-Enquête, die rond 2009/2010 gehouden is, in combinatie met diepte-interviews en rondetafelgesprekken (2), hebben we gepoogd hier een voorlopig antwoord op te geven. Dit artikel is een eerste verkenning naar de kennisbehoefte rond het vak renovatie.

Verder lezen

Hollands-Ontwerp Award 2011

Op verzoek en na overleg met de jury wordt de datum voor de indiening voor hollands-ontwerp award 2011 verschoven naar januari 2011. Zo is het mogelijk om alle creativiteit die is opgeborreld de afgelopen maand tijdens het kerstreces zijn eindvorm te geven. De beste ideeën van 2010 kunnen zo alsnog schitteren op de tentoonstelling in februari 2011.
Succes!

Heb jij het beste idee voor de bestaande bouw? Schrijf je dan in!
Innovatie start met een klik hier

Hollands-Ontwerp Award 2011

Heb jij het beste idee voor de bestaande bouw? Schrijf je dan in vóór 1 december aanstaande!

Innovatie in de bestaande bouw heeft een boost nodig. Daarvoor organiseert BouwhulpGroep in samenwerking met SlimRenoveren de expositie Hollands-Ontwerp 2011. De 25 beste ideeën zijn tijdens de Internationale BouwBeurs 2011 te zien op het Renovatieplein. De door een vakjury gekozen winnaar ontvangt een publicatie in een vakblad. Bovendien mag de winnaar een jaar lang deelnemen als aandeelhouder op de weblog www.hollands-ontwerp.nl, het innovatieplatform voor de bestaande bouw.

Prijsvraag

De Hollands-Ontwerp Award is een prijsvraag voor alle studenten, scholieren en recent afgestudeerden die zich verbonden voelen met de bestaande bouw. Universiteiten, hogescholen en regionale onderwijscentra (roc) worden gevraagd om deel te nemen. Voorwaarde is dat de inzending betrekking heeft op een onderzoek of project uit het afgelopen jaar en dat student(en) en hun begeleidende docenten verbonden zijn aan een Nederlandse onderwijsinstelling. Deelname is mogelijk op zowel individuele basis of als groep.


Verder lezen

van bouwmeester naar specialist…

… In de samenwerkingsvormen in de (ver-)bouw komen wel voortdurend nieuwe vormen op het toneel. Iedereen kent de woorden wel die het illustreren; ketenintegratie, co-makers, turnkey, prestatiecontract, design and build, construct and build. Zij duiden er allemaal op, dat de opdrachtgever, adviseurs en bouwers in wisselende constructies zaken doen. Maar bij al deze vormen gaat het toch gewoon om traditioneel produceren, slechts de overeenkomsten verschillen.
Dit betekent minimaal dat op korte en lange termijn niet meer één vorm van samenwerken zal bestaan en de traditionele positie van bijvoorbeeld de architect als zelfstandige partij grotendeels zal verdwijnen…

Om het gehele artikel te lezen klik hier